Kijk, ik vind het heerlijk om met data te spelen. Data in alle soorten en maten, hard en zacht. Data waarmee je kunt rekenen en data die een verhaal vertellen. Het liefst data die dat allebei kunnen. Foto’s zijn daarvan een goed voorbeeld. Vandaar in deze keer in het de serie Creatief met gegevens mijn progressie van de afgelopen drie jaar in beeld. Letterlijk dus, aan de hand van beeldmateriaal. (Ik illustreer die beelden dan weer met wat cijfers verderop.)
Hieronder twee foto’s van mijn fietsonderdeel in de triathlon van Oud Gastel. De linker is uit 2019, de rechter uit 2022. Het eerste dat opvalt is de kwaliteit van de foto. Fotografen zijn denk ik beter geworden, net als hun camera’s. De scherpte/diepte is mooier en ook de timing van het beeld is beter. Maar daar gaat het hier dus niet om. Ik werk de beelden van boven naar beneden door.
De helm
Sinds de helm die ik in ’19 op had, ben ik inmiddels drie helmen verder. Niet omdat ik met allen gevallen ben (slechts met één), maar omdat ze beter moesten zitten en gewoon meer aerodynamisch zijn. Ik rijd dus niet meer met wat ik heb, maar ik zorg dat ik heb waarmee ik wil rijden. De rechter helm is trouwens een krijger/lener van mijn lieftallige broer.
De schouders (=houding)
Ik zie het zelf vooral aan mijn kin en mond, maar het zijn de schouders die links toch echt wat hoog zitten van spanning. Er komt een meter of 50 welliswaar een bocht met klim naar viaduct aan, maar helemaal recht op en gespannen hoef ik eigenlijk niet te zijn. Ik ging toen ook zeker niet zo hard (gemiddeld 33,8 km/u).
Rechts zit ik om te beginnen goed in de tijdrithouding op een langer echt stuk. Dat komt vooral door de bikefitting die ik in 2020 heb gehad, maar ook omdat ik gewoon al langer en vaker zo heb gezeten. Mijn schouders zijn naar binnen gedraaid (geëndoroteerd) en de rug is bol en het hele bovenlijf ziet er zo ontspannen uit.
Oja, en voor de oplettende kijker zie je wat vreemds aan mijn rechter sleutelbeen dat in 2020 ontwricht is geweest.
Buik
Over bovenlijf gesproken. In 2019 had ik daar duidelijk meer van…. Gewoon een gezellig dik buikje nog. Het was nog voordat ik mijn eerste hele in Almere moest gaan doen. Ook de rest van mijn lijf is nu (2022 dus) ‘droger’ dan in 2019. Dat wil zeggen, mijn vetgehalte is lager (nu ongeveer 12%).
Bruin
Ja, ik heb dit jaar al veel vaker buiten gesport met korte mouwen en dus ben ik bruiner. Ik weet niet of dat aan mij licht of aan het weer en de klimaatverandering….
Knieën (=houding)
Je kunt het op de rechter foto beter zien, maar mijn knieën zijn tegenwoordig minder gebogen als de trapper op het hoogste punt is. Dat komt ook weer door de beter houding op de fiets. Het zadel hoger en wat verder naar achteren maakt dat je dieper zit en een je kracht beter op de pedalen kwijt kunt. En dus harder gaat. En dat brengt me bij de andere data.
Snelheid
Op een of manier lijkt er op de meest recente foto ook meer snelheid te zien. Is dat ook zo? Dat kan ik natuurlijk uitrekenen. Of beter, uitlezen uit Trainingpeaks. Maar een beetje beroepsdeformatie is mij als onderzoeker niet vreemd, dus wilde ik meer dan de gemiddelden van twee min of meer toevallige datapunten. Het was ook alweer een tijd geleden dat ik gespeeld had met getallen. Dus daar komen ze.
In plaats van mijn fitheid in getallen te vergelijken (zoals hier, hier en hier), wilde ik wel eens weten of ik gemiddeld sneller ben geworden. De hypothese is natuurlijk dat dat zo is. Ik heb daarvoor triathlons genomen op vergelijkbare parcoursen (vlak in Nederland) vanaf 2018 (het jaar dat ik serieus herstartte met triathlonnen (het overzicht met al mijn tijden vind je hier). Vervolgens heb ik telkens de gemiddelde snelheid per race genomen. Dus de snelheid van zwemmen, fietsen en lopen gedeeld door de totale afstand. Die heb ik vervolgens verdeeld over de jaren. Het idee is namelijk hoe recenter het jaar, hoe sneller. Eerst liet ik mijn spreadsheetprogramma de correlatie uitrekenen: 0,79. Die is de positief: is het jaartal hoger, dan is ook de snelheid hoger.
Ik zat er lekker in, dus voerde ik ook nog even een lineaire regressie uit.
Geheel volgens verwachting was die ook positief: je kunt een formule maken die luidt: de gemiddelde snelheid van een triathlon = 0,9*jaartal. En om het af te maken bleek die ook nog eens significant!
Ik kan daar dus van genieten. Beetje pielen met data en wat navelstaren en hoppa, daar blijkt dat ik beter ben geworden. Hoera! Dat beweegt me weer om door te gaan.